Knobbel (Nodus)
Algemeen
Knobbels in de schildklier (zogenaamde schildkliernodi) komen vaak voor. Ongeveer 8% van de volwassenen heeft een voelbare knobbel in de schildklier. 25 - 40% van de volwassenen blijkt zelfs één of meerdere knobbels in de schildklier te hebben. Veelal wordt de knobbel als eerste ontdekt omdat deze 'door' de huid heen zichtbaar wordt. Verreweg het grootste deel van de schildklierknobbels is goedaardig. Schildklierkanker is een relatief zeldzame aandoening.
Klachten
Een schildkliernodus kan de volgende klachten geven:
- het gevoel dat iets in de weg zit in de hals
- slikproblemen, bijvoorbeeld het gevoel dat het eten niet goed zakt
- kortademigheid of een hoorbare ademhaling
- heesheid
- pijn in de hals
- zwelling in de hals
Ook kunnen algemene klachten optreden als door de knobbel(s) een overmaat of tekort aan schildklierhormoon ontstaat.
Onderzoek en diagnose
Het onderzoek van een schildkliernodus bestaat vrijwel altijd uit bloedonderzoek, een echografie en vaak ook een punctie. Soms wordt ook een speciale schildklierscan gemaakt.
Bloedonderzoek
De schildklier maakt verschillende schildklierhormonen die kunnen worden gemeten in het bloed. Bij een nodus in de schildklier kan dit hormoon verhoogd, verlaagd of normaal zijn. Afhankelijk van deze bloeduitslag wordt een verder plan uitgewerkt.
Echo
Een echografie is een onderzoek dat gedaan wordt op de afdeling radiologie. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoeksbank. Er wordt een doorzichtige gel aangebracht op de hals. Vervolgens beweegt de radioloog met een echozender over de hals. De echozender zendt geluidsgolven uit. Deze geluidsgolven worden teruggekaatst door het lichaam en weer opgevangen door de zender. Op een beeldscherm is dan de schildklier te zien. Met de echo wordt gekeken hoe de nodus er uitziet. De nodus wordt ook opgemeten. Dit onderzoek is niet pijnlijk. U hoeft niet nuchter te zijn voor dit onderzoek.
Punctie
Om duidelijkheid te krijgen of een nodus goed- of kwaadaardig is moet er in geprikt worden. Dit wordt een punctie genoemd. De radioloog kijkt met de echo waar de nodus zit en prikt dan met een naald in de nodus. Dit is te vergelijken met het afnemen van bloed uit een ader. Er wordt geen verdoving gegeven omdat de verdoving zelf ook een prik is en er dan dus twee prikken gegeven zouden moeten worden. Met de naald worden cellen opgezogen uit de nodus. Soms lukt het niet in één keer om voldoende cellen op te zuigen en is het nodig nog een keer te prikken. Er is een kleine kans dat de punctie een bloeding veroorzaakt in de hals. Als u na de punctie een toename van de zwelling in de hals opmerkt, dan moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, is het belangrijk dat u dat voorafgaand aan de punctie doorgeeft aan de arts. Niet bij elke nodus is een punctie nodig.
Schildklierscan
Als de hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed verhoogd is, wordt meestal een schildklierscan gemaakt. Dit wordt ook wel een ‘scintigrafie’ genoemd. Dit gebeurt op de afdeling nucleaire geneeskunde. Voor de schildklierscintigrafie wordt een radioactieve stof toegediend. Dit kan op verschillende manieren. Soms krijgt u een capsule met radioactief jodium die u in moet slikken. Dan moet u de volgende dag nog een keer terugkomen. De volgende dag wordt namelijk pas de scintigrafie gemaakt. Dat komt doordat de radioactieve stof eerst opgenomen moet worden door de schildklier.
Het kan ook zijn dat het radioactieve jodium ingespoten wordt in uw bloedbaan. Dan moet de stof ook even inwerken, maar dat duurt maar twintig minuten. Met de scan wordt bekeken of de schildkliernodus hormonen aanmaakt.
Na de onderzoeken wordt de diagnose gesteld door de specialist. Deze diagnose kan drie verschillende uitslagen betreffen:
Diagnose1. Er worden alleen normale schildkliercellen zonder afwijkingen gevonden.
2. De uitslag is onzeker.
3. Er worden kankercellen gevonden, u leest meer over de behandeling onder de
aandoening schildklierkanker.
Afhankelijk van de diagnose zijn er verschillende behandelmogelijkheden.
Behandeling
Goedaardige nodus
-
Als u wel last heeft van een goedaardige nodus, kan deze met een operatie worden verwijderd. Vaak hoeft dan maar één schildklierhelft verwijderd te worden. Een uitgebreide beschrijving van schildklier operaties vindt u in onze folder.
-
Soms is het mogelijk een hinderlijke nodus onder verdoving aan te prikken en te verhitten waardoor de nodus in de loop van enkele weken verschrompelt. Deze behandeling heet radiofrequente ablatie (RFA) en wordt binnen enkele van de Schildkliernetwerkziekenhuizen (ASz, Maasstad en IJsselland) aangeboden.
-
Als de nodus grotendeels gevuld is met vocht, kan hij worden leeggezogen en worden "geplakt". Dit heet scleroseren.
Onzekere uitslag
- Vaak is een onzekere uitslag reden om het onderzoek met echo en punctie na enkele maanden te herhalen.
- Als een nieuwe punctie niet genoeg duidelijkheid kan geven of er sprake is van schildklierkanker of niet, kan er gekozen worden om de halve schildklier te verwijderen omde nodus goed te kunnen onderzoeken. Een uitgebreide beschrijving van schildklier operaties vindt u in onze folder.
SchildklierkankerU leest meer over de behandeling onder de
aandoening schildklierkanker.
Klik hier voor de patiëntenfolder van het SchildklierNetwerk over een schildklierknobbel (nodus).
Klik hier voor de patientenfolder van de Nederlandse vereniging voor Endocrinologie (NVE) over schildkliernodus en struma.